Het is Almere de afgelopen jaren niet gelukt om het beoogde aantal nieuwe zij-instromers op te leiden. Dit zijn mensen die vanuit een ander beroep besluiten het onderwijs in te gaan. Het doel in Almere was om in de afgelopen vier jaar 120 docenten via deze weg op te leiden, maar het zijn er 94 geworden, schrijven onderzoekers van KBA Nijmegen, Oberon en het Kohnstamm Instituut.
Almere kreeg samen met Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht in totaal jaarlijks 36 miljoen euro subsidie. Doel was om het aantal zij-instromers die besluiten meester of juf op de basisschool te worden, te verhogen. Met het geld wordt vooral ingezet op begeleiding van deze nieuwe leraren.
Weinig potentiële kandidaten
In het rapport zegt Almere dat er veel ‘oneerlijke concurrentie’ is van andere schoolregio’s, zoals Amsterdam. Zo krijgt een leraar in Amsterdam bonussen en elke school een gemeentelijke subsidie voor vaste krachten als een conciërge, administratief medewerker of gymdocent. Ook heeft Almere relatief veel mbo’ers en is er geen universiteit. Dat zou zorgen voor minder potentiële kandidaten.
Ondanks dat de beoogde aantallen niet worden gehaald, is Almere tevreden over de onderlinge samenwerking tussen de schoolbesturen en Hogeschool Windesheim.