Een 33-jarige man uit Polen is dinsdag in hoger beroep veroordeeld tot zes maanden cel. De straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie. Hij was volgens het gerechtshof in Leeuwarden namelijk betrokken bij het in brand steken van een auto in Almere.
In de nacht van 23 januari 2022 vlogen in Almere vlak na elkaar twee auto’s in brand. De eerste brand werd omstreeks 05:00 uur ‘s ochtends ontdekt in de Rogier van Otterloostraat in de Muziekwijk. Nog geen kwartier later kwam er een melding van een tweede autobrand aan het Grootzeil.
Getuige ziet twee mannen
Bij die laatste brand zag een getuige twee mannen, van wie er één wegliep, terwijl de ander het voertuig in brand stak. Even later kwam de weggelopen persoon terug met een auto, waarna het tweetal wegreed.
De getuige zette de achtervolging in en waarschuwde de politie. Op de Oostvaardersdijk werd een witte Toyota Yaris staande gehouden met de Pool achter het stuur en zijn 57-jarige vader op de passagiersstoel. In de auto vond de politie onder meer een fles brandbare vloeistof die normaal gesproken wordt gebruikt voor het aansteken van open haarden.
Glassplinters
Op de kleding van de zoon en op handschoenen die in het portiervak aan de bestuurderskant lagen werden glassplinters aangetroffen. De zoon verklaarde dat hij die glassplinters op zijn kleding kreeg omdat hij de handschoenen van zijn vader had aangepakt. Het hof vond dat scenario niet waarschijnlijk.
De zoon verklaarde dat hij zich niet schuldig had gemaakt aan brandstichting en dat hij niet wist dat zijn vader van plan was de auto in brand te steken. Het hof ging er echter vanuit dat er sprake is geweest van “een nauwe en bewuste samenwerking” tussen vader en zoon en sprak in het vonnis van “een gezamenlijke uitvoering” door het duo.
Vrijgesproken voor eerste brand
De zoon werd wegens gebrek aan bewijs wel vrijgesproken van de eerste autobrand. Daarvan had de politierechter de verdachten ook al vrijgesproken. Vader én zoon werden in januari door de politierechter veroordeeld tot zes maanden cel.
De zoon verscheen niet op de zitting van het hof, hij was volgens zijn advocate in Polen net aan een nieuwe baan begonnen. Doordat beide mannen van meet af aan hebben ontkend, is nooit aan het licht gekomen wat het motief is geweest voor de brandstichtingen.
De hoger beroepszaak tegen de vader werd twee weken geleden uitgesteld, omdat de man in Polen in de cel zit.