De komende jaren zal het grootschalig afschieten van edelherten en heckrunderen in de Oostvaardersplassen niet meer nodig zijn. Dat laat Staatsbosbeheer weten. De aantallen edelherten en heckrunderen zijn afgelopen winter zo ver teruggebracht dat de grote grazers in het gebied in het vervolg op dezelfde manier worden beheerd als in andere natuurgebieden in Nederland.
Dit betekent dat er in de toekomst nog wel wat dieren zullen worden gedood, maar alleen om de populaties op peil te houden, zoals dat bijvoorbeeld ook op de Veluwe gebeurt.
Precies genoeg
Het aantal dieren in de Oostvaardersplassen moest fors worden verkleind, omdat er tijdens natte en strenge winters voedselschaarste in het gebied ontstond, met kans op dierenleed. Volgens Staatsbosbeheer zijn er tussen augustus en mei bijna 1800 edelherten gedood en zijn er nog zo’n 500 over. Dat is precies het aantal herten waarvoor in de toekomst nog plaats in de Oostvaardersplassen zal zijn.
Ook de aantallen heckrunderen en konikpaarden zijn inmiddels teruggebracht tot de gewenste twee keer 300. De populatie konikpaarden is verlaagd door verhuizing naar andere natuurgebieden of slacht. Van de heckrunderen moesten er 100 worden afgeschoten. Edelherten kunnen niet worden verplaatst en zijn daarom gedood. Het vlees is onder meer online verkocht. Een deel van de herten blijft in het gebied liggen als voedsel voor insecten en aaseters. Verwacht wordt dat de vegetatie in het gebied nu weer gevarieerder wordt en daarmee ook de biodiversiteit omhoog zal gaan.
Meer afschot dankzij extra maatregelen
In het najaar voorspelde Staatsbosbeheer nog dat het lastig zou worden om de streefaantallen te halen. Daarom werd de afschotperiode verlengd tot mei en zijn er schuilmogelijkheden voor de faunabeheerders in het gebied geplaatst, waardoor dieren makkelijker gedood konden worden. Ook werd er vaker in de vroege ochtend geschoten.
Vispassage klaar
Staatbosbeheer heeft ook aan andere onderdelen in het gebied gewerkt. Zo zijn er op 17 plekken bomen en struiken geplant, waardoor er rond die plekken een zogenoemd bos-weidelandschap ontstaat. In de bosjes kunnen veel dieren beschut leven en opgroeien. De bospercelen bieden bij extreem weer ook beschutting aan de grote grazers.
Verder is de afgelopen winter in de Kitstocht een vispassage gemaakt. Hierdoor kan vis vanaf nu heen en weer trekken tussen de Lage Vaart en het water binnen het grazige deel van de Oostvaardersplassen. Dit is vooral gunstig voor de reigers en lepelaars in het gebied, omdat die veel kleine vis eten.
Moerasreset
In oktober 2021 werd het ‘laagste punt’ in het proces van de moerasreset bereikt. Grote delen van de ‘Grote Plas’ kwamen droog te staan en zijn een paradijs voor foeragerende trekvogels geworden. Door het lage waterpeil krijgt moerasvegetatie de kans om zich uit te breiden. Het verlagen van het waterpeil in de afgelopen jaren had wel grote gevolgen voor de vissen in het gebied. Zo’n 60.000 vissen stierven in de hete zomer van 2019 door een combinatie van een hoge watertemperatuur, een laag waterpeil en zuurstofgebrek.
In de toekomst wordt er een dynamisch waterpeil gehanteerd. Hierbij worden natte perioden met een bijbehorend hoger waterpeil afgewisseld met drogere perioden met een lager waterpeil.
Dit bericht is tot stand gekomen door een samenwerking tussen 1Almere en Omroep Flevoland.