Drie jaar geëist tegen Almeerder voor aanslag met zelfgemaakt explosief

Tegen een 19-jarige Almeerder is woensdag drie jaar gevangenisstraf geëist voor een aanslag met een zelfgemaakt explosief op een galerijwoning in Schiedam vorig jaar augustus. Volgens de officier van justitie speelde de jonge verdachte daarbij een aansturende rol.

Het explosief ontplofte even voor half vier in de nacht van zondag 28 op maandag 29 augustus bij een woning op de tweede etage van een galerijflat aan de Nieuwe Damlaan in Schiedam. Door de ontploffing raakte onder meer de voorgevel en ruiten van de woning beschadigd. Ook bij vijf andere woningen in de galerijflat sneuvelden ruiten.

Op camerabeelden waren twee mannen te zien, waarvan er een met een AH-tas bij het flatgebouw naar binnen liep. Kort daarna rende hij zonder tas weer naar buiten, gevolgd door de flits van de ontploffing. Het motief voor de aanslag zou nog steeds niet duidelijk zijn.

Telefoon afgeluisterd
De Almeerder kwam als medeverdachte in beeld na de aanhouding van een leeftijdgenoot op de dag na de aanslag. De politie luisterde zijn telefoon al af in een ander onderzoek naar aanslagen in Amsterdam. Ook werd DNA van deze andere jongeman aangetroffen op de handvaten van de AH-tas waarin het explosief zou hebben gezeten.

Volgens de officier van justitie bleek uit chatberichten tussen de twee verdachten dat de Almeerder een aansturende rol zou hebben gespeeld. Ook zouden ze volgens locatiegegevens van hun telefoons beiden die nacht vanuit Amsterdam naar Schiedam zijn gereisd, in de buurt van de woning zijn geweest en na die tijd weer teruggereden zijn naar Amsterdam. Terwijl de medeverdachte en een derde, onbekend gebleven persoon naar de galerijflat gingen, wachtte de Almeerder in de buurt in een auto, aldus de aanklaagster.

De Almeerder beriep zich in politieverhoren en in de rechtszaal continu op zijn zwijgrecht. Volgens zijn advocaat is er geen hard bewijs voor zijn betrokkenheid bij de aanslag. Het zou niet vast komen te staan dat de telefoon die door de politie in zijn kamer in een begeleid wonen-onderkomen was aangetroffen, daadwerkelijk van de Almeerder was. Maar ook dan had nog iemand anders de telefoon bij zich kunnen hebben in de nacht van aanslag, aldus de advocaat.

‘Jongeren ronselen voor criminele activiteiten’
Verdenkingen in het strafdossier dat de Almeerder vaker ‘een faciliterende rol’ zou hebben gespeeld door als tussenpersoon jongeren voor criminele activiteiten te ronselen, deed de advocaat af als ‘speculaties’ van de politie. Ook betwijfelde hij dat er bij de explosie in Schiedam levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de bewoners of voorbijgangers te duchten was geweest, zoals de officier van justitie op basis van het politieonderzoek bewezen vond.

De rechtbank in Amsterdam doet op 24 mei uitspraak. De aangehouden medeverdachte van de aanslag in Schiedam moet op een latere datum terecht staan. Hij wordt volgens de officier van justitie van meerdere feiten verdacht.